Na een zonovergoten week in november, als een kado voor een ieder die Nederland als vakantieland moest nemen voor 2011, is het eindelijk zaterdag, dus als zon enthousiasteling en buitenmens het er nog even van nemen. Weg met zon op en dan maar genieten van de dingen die komen gaan; voor mij dus lekker vliegvissen achter “Tanthof”.

 

Ik ben er voor het eerst en ga van een stratengidsje uit om er te komen. Een echte parkeerplaats voor de wagen, vlakbij wat verenigingen, waar van de achterste een “kynologen”vereniging is. Daar krijgen hondenbezitters (en verantwoordelijken voor het beestje) en recreatievissers altijd dezelfde ruimte toegewezen om de hobby te beleven. Voor mij een hoopvol idee, want men heeft dus een vereniging om de beestjes niet als alfaleider op te leiden.

Wel, eenmaal op het wandelpad aangekomen, wat bij de Kynoclub aanvangt, blijkt het pad helaas bijna onbegaanbaar vanwege de “hondenkadootjes”.

Ik zet me er natuurlijk – letterlijk en figuurlijk – overheen en een 500 meter verder is de weg weer zonder oplettendheid begaanbaar (mooiweernie*).

Inmiddels is het ongeveer 07:45 uur en met de stratengids als leider vind ik een eerste “stek”, lekker in het opkomende zonnetje tegen een heuvel aan. Weet je wat, ik beklim de heuvel om wat van de omgeving te zien.

Eenmaal bovenaan is daar de eerste hondenbezitter. Hij loopt langs de water- kant, aangezien de hond duidelijk de alfaleider is en dus wordt gevolgd. Inmiddels hebben eigenaar en ik elkaar al lang gezien en na 100 meter is het “de alfaleider” opgevallen dat er een man een eind van de waterkant in het veld zit (dit om de rust van het ochtendwater te bewaren). Hij slaat aan en stopt hier niet meer mee, ondanks smeekbeden van de eigenaar.

Zo zit je dan 2 minuten onafgebroken in de herrie om ongeveer 07:50 uur door een hond die niets gewend is. Ik spreek het beestje rustig en vriendelijk toe en zeg wat ik net nog dacht, dat hij niets gewend moet zijn. Daar komt de eigenaar dan eindelijk. Met een schaapachtig lachje merkt hij op dat de hond niets op dit vroege (?!) uur gewend is alhier. Ik voeg hier aan toe dat de hond dus eigenlijk hier voor de rust komt, net als ik. De man lacht nog eens schaapachtig en loopt gelukkig direct door (mooiweernie*).

Een meevaller is, bedenk ik, dat het stukje “stek” onverstoord blijft. 5 Minuten later tijdens het optuigen hoor ik de inmiddels voor mij herkenbare blaf weer weergaloos aanslaan en denk: “Mmh?!”

Hè lekker, zowaar wat succes op het stekkie en het wordt te warm in de zon; ander plekje dus!

Gevonden, ik stel me tussen het riet, wat verwijderd van het looppad, op, en geen moment te vroeg want daar komen de eerste fietsers al?! Men zegt nog wat ongemakkelijk “goedemorgen” bij het voorbij rollen maar de rust keert niet weer.

Uit het niets doemen er drie honden op, die het natuurlijk op die “vreemde” tussen het riet voorzien hebben (mooiweernie*).

Ook deze beestjes blijken allen alfaleiders te zijn, want ondanks dat ik aan de eigenaren appelleer dat als de kwetsbare vliegenhengel beschadigt raakt door deze wildebrassen, zij er voor opdraaien, zie ik mij toch genoodzaakt mijn spullen te beschermen door, niet geheel ontbloot van gevaar voor mijzelf, op de grond te duiken tussen hengel en honden. Daar komt dan eindelijk wat actie van de verantwoordelijken, want commando’s helpen geen zier! Ik verlies mijn geduld en laat me ontschieten dat het in mijn ogen een klare zaak is dat honden die niet luisteren overal aangelijnd dienen te blijven. Hierna mag ik het doen met de alom omstreden kreet: “Dat doen ze ‘normaal’ nooit?!”

Dan valt mijn oog op de vierde hond, die wèl aangelijnd wordt meegevoerd en voorzien is van een muilkorf. Ik lig nog half op de grond en denk: “ach, laat maar.” (mooiweernie*)

Inmiddels na wat uurtjes het ven te hebben doorwaad besluit ik naar huis te gaan, het wordt alleen maar warmer en de vissen doen het niet!!

Op mijn weg terug krijg ik het tot overmaat van ramp nog twee maal te maken met onzekere, loslopende alfaleiders, die mij dreigend en blaffend tegemoet komen. Ook hier wordt pas iets ondernomen, als ik hier luidkeels om vraag, met helaas enige dwang in mijn stem en daar is weer “dat doet ‘ie normaal nooit”. Ik bijt ze nijdig toe dat ik daar niets aan heb en verzoek ze me verder met rust te laten, want er is voor deze mensen blijkbaar alles aangelegen om nog een praatje pot te beginnen gezien het spreekwoordelijke ijs op een mijns inziens ongepaste manier gebroken is (dubbel mooiweernie*).

Beste verantwoordelijken voor de honden: Uw beestjes hebben excellente geur, en zullen dus bij recreatievissers altijd een keur aan geuren treffen. Doe ons een lol en let beter op of er vissers zijn (vroeg of niet) en lijn ze tijdelijk doch tijdig aan.

D. (de vliegvisser)

P.S.: O ja, en dan nog dit: Na enig onderzoek aan het begin van het bewuste pad géén bord “uitrengebied” gevonden, bijvoorbeeld zoals hier afgebeeld!

*In plaats van “mooiweernie” kan hier iedere gewenste krachtterm worden gelezen, die echter niet voor publicatie geschikt is.

Gepubliceerd op 14 december 2011 op DenHaagDirect.nl